(tekstbron: )
Stilaan een clowngezicht,
nietsweerspiegeling,
waarheidsschmink blauwbevroren
in de hoekenmond,
vorstpollenpoeder op de blanke opperschedel
rond om de dunne vraaglok zwart,
wenkbrauwen, wenkbrauwen, groeiend
twee reuze voelsprietkammen, twee,
– jij opgestraalde
opgetaste Immerimmer Driekoningenavond – ,
al weggeslingerd uit de vlokkenwereld,
niet heen, niet weer.
Geregistreerde lezing(en) van deze tekst:
Allmählich clowngesichtig